written in French under the title of Documens historiques et reflexions sur le Gouvernement de la Hollande, par Louis Bonaparte, ex Roi de Hollande, and has given due notice thereof, as set out in the Act of 24 January 1814, and 24 January 1815, in the Amsterdam Newspapers of 26 and 28 April, and 1 May 1820, as well as the Government Gazette of 26 April and 5 May 1820.
Considering that, although the claimant and Civil Party has not yet fulfilled the third requirement, as set out in the Act of 24 January 1814, the ownership rights of that translation remain reserved to the complainant and Civil Party, in case he fulfils this requirement prior to the expiration of the provided six months, and therefore before 22nd October 1820.
Considering, that it also was demonstrated in the Judicial Proceedings, that the defendant Johannes Christoffel van Kesteren, on 16th May 1820, to the Lord Mayor of this City, has presented for translation a copy of a work published in London under the title of Historical documents and reflexions on the government of Holland, by Louis Bonaparte, ex King of Holland, of which the defendant has given notice in both the Amsterdam and State Newspapers, and additionally has published a printed notice and reporting of the Translation.
Considering that it was proven in the Proceedings, that the work under the title Documens historiques et reflexions sur le Gouvernement de la Hollande, par Louis Bonaparte, ex Roi de Hollande, and the work under the title Historical documents and reflexions on the government of Holland, by Louis Bonaparte, ex King of Holland, are two different editions of one and the same work of the same author, and published simultaneously in Paris and London.
Considering that the presenting of mentioned work for translation to the Lord Mayor of this City by the defendant on 16th May 1820, was later than the presenting to aforesaid Lord Mayor, which was done by the claimant and Civil Party on 22nd April 1820.
Considering that therefrom results, that the defendant
in het fransch geschreven, onder den titel van Documens historiques et reflexions sur le Gouvernement de la Hollande, par Louis Bonaparte, ex Roi de Hollande, en daar van in de Amsterdamsche Couranten van 26 en 28 April en 1 Mey 1820 mitsgaders in de Staats Couranten van 26 April en 5 Mei 1820, eene behoorlijke en bij de Wet van 24 Januarij 1814 en die van 24 Januarij 1815 voorgeschreven, aankondiging is gedaan.
Overwegende, dat, hoezeer de klager en Civiele Partij aan het derde vereischte, bij de Wet van 24 Januarij 1814 voorgeschreven, nog niet heeft voldaan, den klager en Civiele Partij echter, zoo hij slechts voor de expiratie der bepaalde zes maanden, en dus voor den 22 October 1820, aan dit vereischte voldoet, het regt van Eigendom op die vertaling blijft gewaarborgd.
Overwegende, dat het mede ten processe Consteert, dat de gedaagde Johannes Christoffel van Kesteren, op den 16 Mey 1820, aan Heeren Burgemeesteren dezer Stad, ter vertaling heeft vertoond een exemplaar van een werk te Londen uitgegeven, onder den titel van Historical documents and reflexions on the government of Holland, by Louis Bonaparte, ex King of Holland, waar van hij gedaagde, zoo wel in de Amsterdamsche als Staats Couranten heeft aankondiging gedaan, en daar en boven een gedrukt berigt en Inteekening van de Vertaling heeft uitgegeven.
Overwegende, dat het ten Processe is bewezen, dat het werk onder den titel van Documens historiques et reflexions sur le Gouvernement de la Hollande, par Louis Bonaparte, ex Roi de Hollande, en het werk onder den titel van Historical documents and reflexions on the government of Holland, by Louis Bonaparte , ex King of Holland, zijn twee verschillende uitgaven van een en het zelve werk, van denzelfden Auteur, en gelijkelijk te Parijs en te Londen uitgegeven.
Overwegende, dat de door den gedaagden op den 16 Mey 1820 aan Heeren Burgemeesteren dezer Stad gedane Vertoning ter vertaling van het genoemde werk is posterieur aan de vertoning, welke door den klager en Civiele Partij, op den 22 April 1820, aan Heeren Burgemeesteren voornoemd, ter vertaling van hetzelve werk is gedaan.
Overwegende, dat hier uit resulteert, dat de gedaagde