# Primary Sources on Copyright - Record Viewer
Controversy on reproduction of foreign works (1856-1857)

Source: Nieuwsblad voor den boekhandel, vol. 23 (1856), pp. 263-264, 276 & vol. 24 (1857), pp. 9-10, 14, 18, 79, 88, 93-94, 100-102, 105-106, 113-114; http://tijdschriften.kb.nl/

Citation:
Controversy on reproduction of foreign works (1856-1857), Primary Sources on Copyright (1450-1900), eds L. Bently & M. Kretschmer, www.copyrighthistory.org

Back | Record | Images | No Commentaries
Translation only | Transcription only | Show all | Bundled images as pdf

            Chapter 1 Page 17 of 18 total



No translation for this page available.

    


(113)

[...]

Ingezonden Stukken. -- Berigten enz.

Mijn laatste woord over Nadruk. (1)

Waarde Heer Muller!

Eene uitvoerige beantwoording van al het in Uwe beide artikelen aangevoerde, zult gij van mij wel niet verwachten. Zoo toch voortgaande, zouden wij geheele Nummers van het Nieuwsblad kunnen vullen, waarschijnlijk minder tot elkanders overtuiging dan tot schade van den Uitgever.
Gij brengt de kwestie nu over op een meer afgesloten, philosophisch terrein; maar zouden wij daar wel eene zaak tot beslissing brengen, die voor geleerden altijd nog een punt van geschil is? Want uitgemaakt is ze niet, al kunt gij en de Heer KRUSEMAN ook veel getuigen voor Uwe opinie in het veld brengen. Ik beken gaarne mijne mindere belezenheid in dit opzigt en ben U dus dankbaar voor Uw troostrijk berigt, dat ook ik eenige economisten op mijn zij heb, al deed het mij leed, dat gij die onbekende vrienden tegelijk, als met een enkelen pennestreek, alle gezag ontneemt. Gij valt echter in het bijzonder eene stelling aan, die gij, te regt of ten onregte, uit mijn schrijven hebt afgeleid, en formuleert die aldus: "Gij staat in het gevoelen, dat de auteurs geenszins regt hebben op eenig door hen geschreven werk, en dat hun op dat werk slechts een privilegie verleend wordt, welk privilegie (of regt) vervallen is, met het niet gebruiken van dit door den Staat aangeboden voorregt." Om U de waarheid te zeggen, ik ben niet vermetel genoeg om dergelijke zuiver regtsgeleerde stellingen te doen drukken, noch bekwaam om ze te verdedigen, maar ik acht mij gelukkig, hier een ander voor mij te doen opkomen, die, mijns inziens, alleen opweegt tegen al de door U en den Heer KRUSEMAN in het gelid gestelde grootere en kleinere celebriteiten. MACAULAY zegt in eene zijner schitterende redevoeringen over het letterkundig eigendomsregt (2): "Ik beken het met PALEY

(1) Zoo de Heer MULLER zijn woord houdt.
(2) Te vinden in het Weekblad voor den Boekhandel 1853, bladz. 81 en volgg.


    

Our Partners


Copyright statement

You may copy and distribute the translations and commentaries in this resource, or parts of such translations and commentaries, in any medium, for non-commercial purposes as long as the authorship of the commentaries and translations is acknowledged, and you indicate the source as Bently & Kretschmer (eds), Primary Sources on Copyright (1450-1900) (www.copyrighthistory.org).

You may not publish these documents for any commercial purposes, including charging a fee for providing access to these documents via a network. This licence does not affect your statutory rights of fair dealing.

Although the original documents in this database are in the public domain, we are unable to grant you the right to reproduce or duplicate some of these documents in so far as the images or scans are protected by copyright or we have only been able to reproduce them here by giving contractual undertakings. For the status of any particular images, please consult the information relating to copyright in the bibliographic records.


Primary Sources on Copyright (1450-1900) is co-published by Faculty of Law, University of Cambridge, 10 West Road, Cambridge CB3 9DZ, UK and CREATe, School of Law, University of Glasgow, 10 The Square, Glasgow G12 8QQ, UK